10 september 2014

Op 4 september 2014 organiseerde Genootschap Flevo in samenwerking met de Vrienden van Schokland een excursie naar Urk.

In museum “Het Oude Raadhuis” werd het gezelschap begroet en toegesproken door burgemeester Pieter van Maaren. Hij koos er niet voor de politieke lijn van het gemeentebestuur uiteen te zetten, maar vertelde over Urk en vooral de Urkers. Het ging over de eigen taal, de gastvrijheid, de arbeidzaamheid (slechts twee procent werkloosheid!) en de bereidheid elkaar te helpen. Urk is een participatiemaatschappij avant la lettre. Van 1901 tot 1908 was er een wezenfonds. Dat werd echter opgedoekt, omdat de samenleving als vanzelfsprekend jongeren met problemen opving en opnam. Ook pragmatisme is de Urker niet vreemd: toen de bouw van het volumineuze windmolenpark nabij Urk onvermijdelijk bleek te zijn, waren de Urkers de eersten om er economische kansen aan te ontlenen.


Pieter van Maaren begroet de excursiegangers.

Joost Eikelenboom, medewerker van de gemeente, nam de aanwezigen mee in de historie van Urk. Hij deed dat ondermeer door een ‘kwis’, die veel bijzondere feiten aan het licht bracht:
– op 1 april 2014 telde de gemeente Urk 19.533 inwoners;
– er wonen meer mannen dan vrouwen op Urk;
– bij de laatste verkiezingen stemden 99 personen op de Partij van de Arbeid, een winst van 77;
– kinderen komen niet van de ooievaar, maar van de Ommelebomse Stien.
Dit laatste is een wonderlijke zaak, maar het echte wonder van Urk is dat de visserij na de aanleg van de Afsluitdijk succesvol wist over te schakelen van de botter naar de kotter, en dat de Noordzeevisserij veel welvaart bracht op het voormalige Zuiderzee-eiland. Maar de vis werd duur betaald, zoals door de namenlijsten bij het vissersmonument zichtbaar wordt. Inmiddels is er naast de visserij en de visverwerking op Urk ook een aanzienlijke maritieme industrie, met scheepswerf Balk als ‘vlaggenschip’, te vinden.
Interessant is de bloei van de culturele sector: knipkunst, schilderkunst, zangkunst! Urk is beroemd door de koren. Zingen deed men atijd al op de schepen, vaak tegen de wind in waardoor men een stevig volume moest ontwikkelen.
De centrale opdracht voor de Urker gemeenschap is: Bid en Werk.


Model van een oud handelsschip met geschut.

Na vrije bezichtiging van “Het Oude Raadhuis” wandelde het gezelschap naar het ‘Kerkje aan de Zee’. Dit kerkje, vertelde Henk Kapitein, werd in 1787 in opdracht van de Amsterdamse burgemeester Hendrik Hooft, tevens heer van de heerlijkheid Urk en Emmeloord, gebouwd. Hergebruik van materialen was ook toen al een heersende gedachte: de houten pilaren in de kerk waren oorspronkelijk scheepsmasten. In de kerk hangt een model van een handelsschip. Het is overigens voorzien van kanonnen, want men moest zich tijdens de handelsvaart kunnen verdedigen. Op de lijst van predikanten die Urk hebben gediend, vallen de namen op van dominee Schmidt (de grootvader van Annie M.G.) en van dominee Ter Linden (de grootvader van Nico). Laatstgenoemde introduceerde het orgel ter begeleiding van de gemeentezang, dat door de bevolking nog geruime tijd met geringschatting het ‘estriment’ werd genoemd. Henk vertelde over de indrukwekkende oorlogsdominee Van Wieringen, die verongelukte Engelse piloten een waardige uitvaart bezorgde. Tenslotte: iemand verhuisde van Urk naar Ermelo, maar kenschetste zijn blijvende heimwee als ‘heimwee naar de hemel’.


Rondleiding bij Neerlandia Urk B.V.

De excursie werd afgesloten met een bezoek aan het visverwerkende bedrijf Neerlandia Urk B.V. Directeur Albert Romkes startte in 1972 met zijn broer deze succesvolle onderneming, die voldoet aan alle kwaliteitskeurmerken. Hij vroeg aandacht voor de moeilijke omstandigheden waarin de visserij thans verkeert met dalende prijzen en stijgende (brandstof)kosten. Hij vertelde ook over de Urker vissersvloot (tweehonderd schepen) en meldde dat er nu 88 pulskorvergunningen waren afgegeven. De pulskor zorgt voor minder bodemberoering en bijvangst bij het vissen op platvis. Het gezelschap werd na deze inleidende woorden rondgeleid in het indrukwekkende bedrijf en kreeg vervolgens de gelegenheid om van het product te proeven. Zoals hij alle vorige sprekers bedankte, dankte genootschapsvoorzitter Andries Greiner Albert voor de voortreffelijke ontvangt en overhandigde hem een attentie.